De politieke heerschappij over Indonesië was in het begin van de negentiende eeuw van de VOC overgegaan naar de Nederlandse regering. Om de winst te vergroten werd het Cultuurstelsel ingevoerd, een serie maatregelen die de planters in staat stelde waardevolle landbouwproducten te verbouwen, in plaats van alleen voedingsmiddelen zoals rijst. Daarbij werd een belastingstelsel ingevoerd waarvan de ambtenaren volgens een commissiesysteem werden beloond. De combinatie van deze twee maatregelen veroorzaakte een wijdverbreide corruptie, die resulteerde in grote armoede en hongersnood onder de inheemse bevolking.